Alarm en waarschuwingen annuleren en resetten
Alarm en waarschuwingen annuleren en resetten
Na een alarm bij ingeschakeld systeem worden sirenes en flitsers geactiveerd. Als er een
fout optreedt terwijl het systeem is uitgeschakeld, zal het bediendeel een onderbroken
pieptoon laten horen en/of een zichtbare waarschuwing tonen.
Een alarm uitzetten en het systeem resetten:
Voer een van de volgende stappen uit:
Typ een geldige gebruikerscode (type 2 en hoger) die is toegewezen aan het blok
waarvan het alarm afkomstig is.
Bied een geldige proximity-kaart aan.
Alarmgeluiden, sirene- en flitseruitgangen worden gedempt en het bediendeel geeft informatie
weer over de zones of fouten die zijn geactiveerd. Bij het ingeven van een geldige code worden
alarmen en sabotages weergegeven met gelijke prioriteit in volgorde van tijdgebeurtenis,
gevolgd door fouten. Gebruik op het bediendeel
bladeren.
Als het niveau van de gebruikerscode niet hoog genoeg is om het systeem te resetten,
verschijnt op het bediendeel de melding RESET CENTRALE RESET GEVRAAGD als
Bannerwaarschuwing [51.63] is ingeschakeld, afhankelijk van het vereiste type alarm en
resetniveau.
Centrale resetten:
Voer een geldige gebruikerscode in die is toegewezen aan het blok dat het
alarm veroorzaakt.
Resetniveaus kunnen worden geprogrammeerd met: Alarm Reset [51.6]; Sabotage reset
[51.7]; Paniek-reset [51.22]; Reset niveau [51.65].
Opmerking:
Als er een sabotagealarm is geactiveerd (zone of module), kan het systeem
niet worden gereset totdat de sabotagetoestand is hersteld.
Als u het systeem de volgende keer wilt inschakelen, kan dat niet als de zones die tijdens het
vorige alarm zijn geopend, sinds de activering van het alarm niet zijn gesloten. De adressen
van de geopende zones worden weergegeven op het bediendeel; er is geen
waarschuwingsgeluid. U kunt de inschakelprocedure starten nadat u de zones hebt gesloten.
Opmerking:
Dit is niet hetzelfde als open zones die worden aangegeven op het bediendeel.
Deze gaan vergezeld van snel opeenvolgende tonen bij het in-/uitgangssignaal.
Opmerking:
Een brand alarm kan niet door een proximity tag worden gereset, omdat
daardoor de ingestelde nooddeuren zouden sluiten.
Gebeurtenisopname
Er geldt tijdens een bepaalde inschakelperiode geen limiet voor het aantal signalen dat door
individuele activeringen kan worden verzonden. Er worden echter niet meer dan drie
gebeurtenissen van één enkele bron vastgelegd in het gebeurtenissengeheugen.
Resetten met alarmoorzaakcode
Er moet een alarmoorzaakcode worden ingevoerd om het systeem te resetten als optie 51.72
is ingeschakeld.
Als er meerdere oorzaken voor het alarm zijn en/of meerdere blokken moeten worden
gereset, hoeft u de alarmoorzaakcode slechts eenmaal op te geven. De gebruiker geeft de
34
Galaxy Flex - Installatiehandleiding
of
om door meerdere activeringen te
A
B