Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Luisteren [56.7.1]
Met deze optie kan een gebruiker de audioverificatie op locatie verrichten, nadat de centrale
een alarmsignaal naar de meldkamer heeft gestuurd.
0=Uitgeschakeld
1=Telefoonnummer 1/2/3
2=Telefoonnummer 3
Alarm Monitoring [56.7.2] Niet gebruikt
Inbellen [56.7.3] Niet gebruikt
Audiomodule [56.7.4]
Met deze optie wordt de audio-interfacemodule ingeschakeld en worden de audiokanalen
geconfigureerd die worden gebruikt om geluid op te nemen in het geval van een alarmsituatie.
1=Pad (PSTN)
2=Audiokanalen
Druk op
om de status van het huidige audiokanaal weer te geven, bijvoorbeeld:
ent
Als u nogmaals op
ent
Voor Alarm [56.7.5]
Gebruik deze optie om de opnametijd voor de alarmvertraging in te stellen. Het audiokanaal
neemt voortdurend tien seconden aan audiomateriaal op. Zodra een alarm wordt geactiveerd,
Op geen enkel nummer audio.
Alle telefoonnummers worden gebruikt voor het verzenden van
alle oproepen, inclusief audio- en niet-audiogebeurtenissen.
Alarmen waarvoor audio is ingeschakeld, worden alleen
gerapporteerd aan telefoonnummer 3 (opgegeven met
optie 56.1.18), het audiogedeelte volgt hetzelfde
nummer. Er wordt geen audio verzonden naar Primair
(TEL 1)/Secundair (TEL 2).
Wanneer deze optie is ingesteld op 1=Ingeschakeld, wordt PSTN
geselecteerd als de communicatielijn tussen de centrale en de alarmcentrale.
Met deze optie beheert u de status van de audiokanalen. De optie kan
worden in- of uitgeschakeld.
Het kanaal heeft een viercijferige notatie. Bijvoorbeeld: Kanaal 9024.
9=Lijnnummer (vast)
0=Audio-interfacenummer (vast)
2=Mux-modulenummer
4=Audiokanaal
INGESCHAKELD
0=UITGESCHAKELD
drukt, schakelt u het audiokanaal uit.
KANAAL
9024
[ent] om te selecteren
I = ingeschakeld, U = uitgeschakeld
9024 I
Communicatie [56]
155