Bijlage G: Randapparatuur
Bedrading
Verbind het bediendeel met de RS485-databus. Raadpleeg voor meer informatie
de bedradingsinstructies bij het bediendeel.
Configuratie
Zodra de bedrading is voltooid en de Auto detect-procedure is uitgevoerd, of de
Installateurmode is verlaten, zal het bediendeel het volgende bericht afbeelden 1 MOD
TOEGEVOEGD – Esc=DOORGAAN.
Start het systeem opnieuw op of beëindig de Installateurmode. Het systeem zal de nieuwe
module automatisch herkennen.
Volumeregeling
Een aantal modellen van het bediendeel zijn uitgerust met een volumeregelingschakelaar
VOL in de rechterbenedenhoek van de printplaat. Zorg ervoor dat het bediendeel/KeyProx
wordt ingeschakeld en regel het gewenste volume voor zoemerfuncties. Raadpleeg Bijlage
F voor de onderdeelnummers van het bediendeel/KeyProx met volumeregelingfunctie.
Zelfdiagnose
Met deze functie kunt u de in- en uitgangen van het bediendeel testen.
Sluit de stroomvoorziening naar het bediendeel af voordat u gaat testen. Druk op
houdt de toets ingedrukt en sluit vervolgens de stroom opnieuw aan. De testroutine begint
meteen. Elke test duurt ongeveer vier seconden.
Schakel de stroom uit als u de test wilt stoppen.
Werken met Bediendeel/KeyProx
Cijfertoetsen
Weergave Toetsen (
Enter-toets (
)
ent
Escape-toets (
)
esc
220
Met deze toetsen voert u de toegangscodes in en selecteert en
wijzigt u de programmeringsopties.
en
) Hiermee kunt u het systeem inschakelen met een pincode
A
B
en bladeren door de menuopties.
Hiermee kunt u menuopties openen en programmeeropties
bevestigen.
Hiermee kunt u wijzigingen aan een optie ongedaan maken
en terugkeren naar het vorige optieniveau.
worden gebruikt om de inschakelroutine af te breken.
Galaxy Flex - Installatiehandleiding
kan ook
Esc
en
ent