Honeywell Galaxy Flex Installatiehandleiding pagina 113
Verberg thumbnails
Zie ook voor Galaxy Flex:
- Gebruikershandleiding (36 pagina's) ,
- Installatiehandleiding (286 pagina's) ,
- Verkorte installatiehandleiding (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Tijdens het in- en uitschakelen van het systeem wordt de uitgang gebruikt om een
indicatie van de status van het systeem te geven. De indicatiestatuswaarden zijn als volgt:
Algemeen alarm
Klaar om in te schakelen
Zone open tijdens uitloop
75% van uitlooptijd
verstreken
Inschakeling
Normale ingang
75% van ingangstijd
verstreken
Brand
Belfunctie
19 Deelbeveiligd(Meegaand)
Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer de toegewezen blokken op het systeem deel
worden ingeschakeld. Deze uitgang is een meegaande uitgang en volgt de deel in- en
uitgeschakelde status van de blokken.
20 Bevestig (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer er activeringen hebben plaatsgevonden in twee
verschillende zones. De tweede activering moet optreden binnen de bevestigingsperiode.
De zones hoeven zich niet in hetzelfde blok te bevinden, maar moeten wel beide zijn toegewezen
aan de uitgang Bevestig om activering mogelijk te maken. Bevestiging binnen meerdere
afzonderlijke blokken wordt geregeld door de communicatieprogrammering in de Interne
modem/kiezer [56.1] of GSM [56.5]. Als de alarmdoormelding een DTMF-indeling heeft,
wordt de melding bevestigd binnen meerdere afzonderlijke blokken voor blokken die hetzelfde
bevestigingskanaal delen. In alle overige indelingen voor alarmdoormeldingen wordt de melding
bevestigd binnen meerdere afzonderlijke blokken voor blokken die hetzelfde klantnummer delen.
Opmerking:
De uitgang Bevestig wordt gebruikt om een positieve identificatie te geven
dat een daadwerkelijk inbraakalarm is opgetreden en om de mogelijkheid
van de activering van een vals alarm te minimaliseren.
21 Lijn Fout (Meegaand)
Deze uitgang wordt geactiveerd als er een Lijn Fout zone actief is of als er langer dan
30 seconden een lijnfout wordt waargenomen en bevestigd door de communicatiemodule.
22 Video (Puls)
Deze uitgang wordt geactiveerd door de videozone en kan worden gebruikt om
videorecorder- of videotransmissiesystemen te activeren.
23 FTC Fout (Vasthoudend)
Deze uitgang wordt geactiveerd zodra er sprake is van een communicatiefout op de
telefoonlijn van de communicatiemodule. Bij een communicatiefout wordt de resterende
periode die is opgegeven bij Sirene Vertraging onderdrukt.
Aan 500 ms. Uit 500 ms
Continu actief
Aan 100 ms. Uit 100 ms
Aan 200 ms. Uit 200 ms
Aan 600 ms. Uit 600 ms (twee keer)
Aan 800 ms. Uit 200 ms
Aan 200 ms. Uit 200 ms
Aan 500 ms Uit 100 ms
Aan 500 ms Uit 400 ms (twee keer)
Programmeer Uitgangen [53]
113
Advertenties
Inhoudsopgave
