Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Weergaveopties
Display Zones [21, Gebruiker menu 2]
Als u Display Zones selecteert, wordt de eerste zone in het systeem weergegeven.
Druk op
of
om andere zones weer te geven of geef direct een zonenummer op.
A
B
Op de bovenste regel staat:
het adres.
het toegekende blok, indien de blokkenmode is ingeschakeld. Alleen de zones die aan
het blok van de gebruiker zijn toegekend, worden weergegeven.
de zonefunctie afwisselend met de status: open, gesloten, hoge weerstand, lage
weerstand, sabotage kortsluiting of open circuit of gemaskeerd.
Op de onderste regel van het scherm wordt de zonebeschrijving (indien gebruikt) weergegeven.
Druk op
om afwisselend de informatie op de onderste regel weer te geven:
#
Als de zone een bedrade RIO is, zal de circuitweerstand in ohm en het RIO-voltage
(niet zone) worden weergegeven. Druk tweemaal op
minimum (
) zoneweerstand voor een bepaalde dag weer te geven. Gebruik
−
door de opgeslagen waarden van de afgelopen 14 dagen te bladeren.
Als de zone een RF-zone is, wordt de hoogste en de laagste signaalsterkte weergegeven
en het adres van de RF Portal waarmee het communiceert.
Druk op
voor een afdruk van alle zones. Druk op
Opmerking:
De printer moet met de centrale zijn verbonden via een printerinterfacemodule.
Display Geheugen [22, Gebruiker menu 3]
Met deze optie kunt u het gebeurtenissengeheugen zien. Flex-panelen kunnen maximaal
1000 gebeurtenissen opslaan.
Gebeurtenissen worden in het alarmgeheugen opgeslagen via de FIFO-methode (First In, First
Out). Er wordt onderscheid gemaakt tussen belangrijke en niet-belangrijke gebeurtenissen.
Alle gebeurtenissen worden opgeslagen, maar als het geheugen vol raakt, worden de
niet-belangrijke gebeurtenissen als eerste geschrapt. In het geheugen staan altijd ten minste
500 belangrijke gebeurtenissen (mits er zich 500 of meer belangrijke gebeurtenissen hebben
voorgedaan). Een volledige lijst van EN50131-1 belangrijke en niet- belangrijke
gebeurtenissen die door de centrale worden bijgehouden, is te vinden in Bijlage B: SIA en
contact-id gebeurteniscodes.
Opmerking:
Het aantal gebeurtenissen dat voor een willekeurige bron wordt bijgehouden
tijdens een in-/uitschakelperiode, wordt bestuurd door de parameter
Aantal Alarm [51.48].
Als Blokkenmode is ingeschakeld (zie Opties [63]) en de gebruikerscode blokkenkeuze heeft
(zie Wijzig Codes [42]), worden de beschikbare blokken weergegeven voor selectie. Druk op
het cijfer van de blokken die u wilt weergeven. De N onder het geselecteerde blok verandert in
een knipperende J. Als alle vereiste blokken zijn geselecteerd, drukt u op
te openen. Alleen de gebeurtenissen in de geselecteerde blokken worden weergegeven.
Display Zones [21, Gebruiker menu 2]
om de maximum (
#
om het afdrukken te annuleren.
esc
ent
) en
+
of
om
A
B
om het geheugen
41