Communicatie [56]
Het lokale alarmsignaal wordt alleen geactiveerd voor de eerste lijnfoutmelding per
uitgeschakelde periode. De daaropvolgende lijnfoutmeldingen worden voor de duur van de
fout weergegeven als een LIJN FOUT/FTC FOUT-bericht op het bediendeel en worden
geregistreerd in het geheugen.
Opmerking: Het bericht LIJN FOUT/FTC FOUT wordt alleen weergegeven als Banner
Waars. [51.63] is ingeschakeld (standaard uitgeschakeld). LIJN FOUT
COMx wordt alleen op het bediendeel weergegeven wanneer er een geldige
pincode is opgegeven.
Als er een alarm afgaat tijdens een lijnfouttoestand, wordt de geprogrammeerde
sirenevertraging van de afzonderlijke blokken onderdrukt (zie Sirenevertraging [51.02]).
FTC [56.1.11]
Gebruik deze optie om de duur voor de communicatiepogingen van de communicatiemodule
in te stellen voordat het bericht FTC FOUT wordt geregistreerd in het geheugen.
Wanneer een alarmmelding of -gebeurtenis moet worden verzonden naar de meldkamer,
pakt de communicatiemodule de telefoonlijn op en worden de geprogrammeerde
telefoonnummers gekozen. Na een geslaagde communicatiepoging gaat de LED drie
seconden branden, waarna de module de telefoonlijn weer vrijgeeft en de verbinding met
eventueel aangesloten seriële apparatuur herstelt. Deze procedure wordt herhaald voor het
tweede telefoonnummer als de optie Ontvanger is geprogrammeerd als Dubbel.
Als de communicatiepoging mislukt, knippert de LED snel gedurende drie seconden.
De communicatiemodule wacht vervolgens korte tijd voordat het nummer opnieuw wordt
gekozen (of het tweede telefoonnummer als de optie Ontvanger is geprogrammeerd als
Dubbel of Alternate). Als u de standaardinstelling van de optie FTC laat staan op 120
seconden wordt er ongeacht het aantal mislukte pogingen een communicatiefout vastgesteld
als er geen kiss-off-signaal is ontvangen. Als deze fout optreedt, word de optie Sirene
Vertr. [51.2] onderdrukt.
De parameter FTC kent 5 tijdswaarden:
1=60 seconden; 2=120 seconden; 3=180 seconden; 4=240 seconden
Opmerking: Als de optie Ontvanger is ingesteld op Dubbel, moet de melding met succes
naar beide telefoonnummers zijn verzonden.
RS Toegang Niveau [56.1.12.1]
Gebruik deze optie om te bepalen hoe de site toegankelijk is voor de remote operator. Er
zijn vier modes:
1=Uit
2=Alles Uit
3=Blok In
4=Altijd (standaard)
RS Toegang Mode [56.1.12.2]
1=Direct toegang
134
Toegang tot de centrale voor remote servicing is uitgeschakeld.
Alleen toegang wanneer alle blokken zijn uitgeschakeld.
Als er geen blokken zijn ingeschakeld, is op elk moment
toegang mogelijk.
De remote servicing wordt alleen toegestaan wanneer een van de
blokken of het hele systeem is ingeschakeld.
Toegang altijd beschikbaar.
Toegang altijd toegestaan. Zodra de toegang is geautoriseerd,
kan het uploaden, downloaden en de remote beginnen.
Galaxy Flex - Installatiehandleiding