Galaxy Flex - Installatiehandleiding
Opmerking:
Op bepaalde locaties is de Paniekfunctie niet toegestaan.
RF-supervisie [51.60.3]
1=RF Stil
Supervisiealarm leidt niet tot het activeren van geluidssignalen, als deze
zijn ingesteld.
2=RF Reactie Hiermee verlengt u de normale vertraging van 2 uur voor supervisie met
nog eens 24 uur.
RF Batterijvertraging [51.60.4]
Via deze optie kunt u een waarschuwing laten weergeven op de centrale als de RF batterij
bijna leeg is. Een extra optie maakt het mogelijk een vertraging te programmeren van
maximaal 100 uur (standaard) voordat er een signaal voor RF ACCU LAAG naar de
meldkamer wordt verzonden.
RF Jamvertraging [51.60.5]
Met deze optie kan de RF Portal een RFJamsignaal weergeven op de centrale als gedurende
30 seconden interferentie wordt gedetecteerd. Als de interferentie vijf minuten lang
voortdurend optreedt (standaard), wordt het signaal doorgemeld naar de meldkamer.
Het programmeerbare bereik is 0-30 minuten.
RF Stop inschakelen [51.60.6]
Met deze optie kunt u voorkomen dat u kunt inschakelen of alle apparaten onder supervisie,
voorafgaand aan de inschakeling, geen signaal hebben afgegeven aan de ontvanger tijdens
de ingeschakelde stopperiode. Het bereik is 0-250 minuten. De standaard is 20 minuten.
RF Stopmode [51.60.7]
Met deze optie bepaalt u of en hoe een RF-fout ertoe leidt dat de centrale niet wordt
ingeschakeld. Er zijn drie opties:
0=Uitgeschakeld
1=Waarschuwing
2=Auto Test
Antimask Test [51.61]
Met deze optie kunt u zoneactiviteit controleren. Wanneer zones, die zijn geprogrammeerd
voor antimask test, niet worden geactiveerd binnen de geprogrammeerde duur en/of aantal
in-/uitschakelcycli, wordt een antimaskfout weergegeven op de centrale. De criteria zijn op
zes verschillende manieren te combineren voor iedere zone.
Met elk criteriumtype kunt u het aantal dagen, de in-/uitschakelcycli of beide controleren.
De standaardwaarde is beide.
1=Mode
Een RF-fout zal inschakelen niet verhinderen
Als er een fout optreedt, krijgt de gebruiker een waarschuwing,
maar de centrale kan wel worden ingeschakeld.
Bij een fout kan het systeem niet worden ingeschakeld totdat
een of meer zones zijn geactiveerd
De mode kan worden ingesteld met een van de volgende drie
opties: Max. periode, Max. uitschakeling of Beide.
Parameters [51]
85