80 Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
Werkingsvoorwaarden
✓ Verslechterd zicht.
✓ De lichtschakelaar staat in de modus
Instellingen
›
In het infotainment het menu
›
Door een zijwaartse vingerbeweging het beeldscherm met het
menupunt Comfortlicht selecteren.
›
Het menupunt Comfortlicht selecteren en de functies instellen.
Na het uitschakelen van de motor wordt in het infotainment-
beeldscherm een menu weergegeven waarin de functie CO-
MING HOME kan worden geactiveerd/gedeactiveerd.
Grootlichtassistent Light Assist
Werking
De grootlichtassistent schakelt het grootlicht automatisch in en
uit.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Het grootlicht zo nodig handmatig in- of uitschakelen.
▶
Werkingsvoorwaarden
✓ Het systeem is geactiveerd.
✓ De lichtschakelaar staat in de modus
✓ De rijsnelheid is hoger dan 30 km/h.
Grootlichtassistent Light Assist
✓ Het dimlicht is ingeschakeld.
Bediening
.
Inschakelen
Buiten selecteren.
Uitschakelen
›
Het grootlicht handmatig in- of uitschakelen.
Functiebeperking
Het systeem kan andere weggebruikers verblinden als hun ko-
plampen/lichten bv. om de volgende redenen niet worden her-
kend:
De koplampen/lichten van de tegemoetkomende voertuigen
▶
worden door bv. vangrails afgedekt.
De koplampen/lichten van het tegemoetkomende voertuig of
▶
de voorligger zijn vervuild of werken niet.
Instellingen
Activering/deactivering
›
.
In het infotainment het menu
›
De hendel in pijlrichting drukken.
In het instrumentenpaneel brandt
.
Als de assistent het grootlicht auto-
matisch inschakelt, gaat in het in-
strumentenpaneel
branden.
Buiten selecteren.