Inhoudsopgave
Advertenties
Werking
Het hulpsysteem bewaakt het gebied naast en achter de wagen
tot een afstand van ongeveer 35 m.
Situatie waarin een systeemwaarschuwing plaatsvindt
Waarschuwing bij dreigende aanrijding
Het controlelampje
in de buitenspiegelkap aan de zijde waar
▶
het object is herkend, knippert en gaat vervolgens branden.
Er klinkt een waarschuwingssignaal.
▶
Waarschuwing wanneer geen direct aanrijdingsgevaar be-
staat
Het controlelampje
in de buitenspiegelkap aan de zijde waar
▶
het object is herkend, gaat branden.
Voorwaarden
✓ De wagen staat stil.
✓ Het contact is ingeschakeld.
✓ De snelheid van het naderende object is hoger dan 2 km/h.
Parkeerhulpsystemen ›
✓ Op het aanhangwagenstopcontact is geen accessoire aange-
sloten.
Na het uitschakelen van het contact blijft de assistent nog
circa 3 minuten lang actief.
Beperking
De waarschuwing voor een naderend object kan in de volgende
gevallen niet of onterecht door het systeem worden gegeven:
Bij ongunstige weersomstandigheden.
▶
Het detectiegebied van de sensoren wordt door een obstakel
▶
beperkt.
Een zeer snel naderend object.
▶
Instellingen
Om het menu voor de systeemactivering/-deactivering weer te
geven, als volgt te werk gaan:
›
De toets
onder het infotainment indrukken
tainmentbeeldscherm aantippen.
›
Het menupunt Uitstapwaarschuwing kiezen.
Of:
›
De achteruitversnelling inschakelen in het infotainment-
beeldscherm de functietoets
›
Het menupunt Uitstapwaarschuwing kiezen.
Uitstapwaarschuwing
199
op het info-
aantippen.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
