›
De kap openen.
›
De motorkapsteun uit de houder
nemen en het uiteinde van de
steun in de opening in de kap aan-
brengen.
Sluiten
›
De kap optillen.
›
De motorkapsteun losmaken en in de houder aanbrengen.
›
De kap omlaag klappen en vanaf een hoogte van ca. 30 cm la-
ten vallen.
›
Controleren of de kap goed gesloten is.
LET OP
Een niet gesloten kap niet nadrukken.
▶
De kap weer openen en sluiten.
▶
Koelvloeistof
Vloeistofpeil controleren en bijvullen
Controlevoorwaarden
✓ De wagen staat op een horizontale ondergrond
✓ Contact uitgeschakeld
Ruimte onder de voorklep ›
Vloeistofpeil controleren
Het vloeistofpeil moet in het gemar-
keerde gebied liggen.
›
Indien het vloeistofpeil onder de
bijvullen.
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de ruimte onder de voorklep!
De koelvloeistof niet bijvullen tot boven het gemarkeerde ge-
▶
bied. De koelvloeistof kan anders bij opwarming uit het koel-
systeem worden gedrukt.
LET OP
In het reservoir moet altijd een geringe hoeveelheid koelvloei-
stof aanwezig zijn.
Bij een leeg reservoir geen koelvloeistof bijvullen.
▶
Niet verder rijden! De hulp van een specialist inroepen.
▶
Bijvullen
VOORZICHTIG
Verbrandingsgevaar!
Het koelsysteem staat onder druk.
De dop van het koelvloeistofexpansiereservoir niet direct ope-
▶
nen na het stoppen en uitschakelen van het contact.
›
Een doek op de dop van het reservoir leggen en de dop voor-
zichtig losschroeven.
Koelvloeistof
219
markering ligt, koelvloeistof