Linker- en rechterzijde.
De gele lijn wordt op een afstand van ca. 40 cm tot de wagen
weergegeven.
Werkingsvoorwaarden
✓ Contact ingeschakeld
✓ Rijsnelheid is lager dan 15 km/h
Bediening
Inschakelen
›
De achteruitversnelling inschakelen.
Of:
›
De toets
onder het infotainment indrukken
fotainmentbeeldscherm aantippen.
Keuze van het camerabeeld
›
In het infotainment het gebied voor of achter het wagensil-
houet aantippen. Het gekozen gebied wordt op het beeld-
scherm met een geel kader gemarkeerd.
Uitschakelen
›
De toets
onder het infotainment indrukken.
Of:
›
De functietoets op het infotainmentbeeldscherm aantippen.
Automatische uitschakeling
Die automatische systeemuitschakeling vindt plaats bij vooruit-
rijden met een snelheid hoger dan 15 km/h.
Beperking
Het camerabeeld is vervormd in vergelijking met het werkelijke
zicht. De weergave slechts beperkt gebruiken om de afstand in
te schatten.
Sommige obstakels (bijvoorbeeld smalle palen, gaashekwerk,
roosters of oneffenheden in het wegdek), kunnen mogelijk on-
voldoende goed worden weergegeven.
Objecten die zich dicht bij de hoeken van de wagen bevinden,
kunnen buiten het zichtveld van de camera's liggen en daarom
mogelijk niet op het beeldscherm worden weergegeven.
Probleemoplossing
Melding systeem niet beschikbaar
›
De hulp van een specialist inroepen.
op het in-
Uitparkeerassistent
Werking
Parkeerhulpsystemen ›
Uitparkeerassistent
De uitparkeerassistent waarschuwt
bij het achteruitrijden voor naderen-
de voertuigen.
Als de bestuurder niet reageert op
de waarschuwing, wordt het voer-
tuig bij een snelheid lager dan 10
km/h automatisch afgeremd.
197