74 Veiligheidssystemen en airbags ›
WAARSCHUWING
Gevaar voor een onverwachte activering van de bijrijdersairbag
bij een ongeval!
Na het buiten werking stellen van de bijrijdersairbag met de
▶
sleutelbaard, de sleutelbaard tijdens het rijden niet in de sleu-
telschakelaar laten zitten. Door trillingen kan de sleutelbaard in
de sleuf verdraaien en de airbag in paraatheid brengen.
Bediening
Voor het buiten werking stellen/in paraatheid brengen van de
bijrijdersairbag
›
De sleutelbaard verwijderen.
Bijrijdersvoorairbag buiten werking stellen/in paraatheid bren-
gen
›
Het contact uitschakelen.
›
Het bijrijdersportier openen.
›
De sleutelbaard tot de aanslag in
de sleuf van de sleutelschakelaar
schuiven.
›
Voor het buiten werking stellen
de sleutelschakelaar voorzichtig in
stand
›
Voor het in paraatheid brengen de
sleutelschakelaar voorzichtig in
stand
draaien.
›
De sleutelbaard uit de sleuf verwijderen.
›
Het bijrijdersportier sluiten.
›
Het contact inschakelen en controleren of de controlelampjes
voor de bijrijdersvoorairbag branden.
Sleutelschakelaar voor bijrijdersvoorairbag
Controlelampjes
Probleemoplossing
Storing sleutelschakelaar buiten werking stellen airbag
tiveerd!
›
draaien.
Na het inschakelen van het contact
▶
gaan de beide controlelampjes
kort branden.
Indien het systeem in orde is, gaan
▶
de beide controlelampjes uit.
Vervolgens gaat een van de vol-
▶
gende controlelampjes, afhankelijk
van de positie van de sleutelschakelaar, weer branden:
brandt - Bijrijdersvoorairbag buiten werking gesteld
brandt 65 s na inschakelen van het contact - Bijrijders-
voorairbag in paraatheid gebracht
knippert samen met
De bijrijdersvoorairbag wordt bij een ongeval niet geac-
Het airbagsysteem zo snel mogelijk door een specialist laten
controleren.