Elektronische parkeerrem
Bediening
WAARSCHUWING
Gevaar voor vanzelf wegrollen van de wagen!
Alvorens de wagen te verlaten, controleren of de parkeerrem
▶
ingeschakeld is en
in het instrumentenpaneel brandt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor vergrendeling van de schakelaar!
De uitsparing voor de vingers voor de schakelaar
▶
blijven.
LET OP
Gevaar voor schade aan de wagen!
Zorg ervoor dat de parkeerrem uitgeschakeld is, indien de wa-
▶
gen moet kunnen rollen, bijvoorbeeld in een wasstraat.
Handmatig inschakelen
›
Aan de schakelaar
deze vasthouden.
Het controlelampje
laar en
het instrumentenpaneel.
Automatisch inschakelen
De parkeerrem schakelt automatisch in na het uitschakelen van
het contact.
moet leeg
trekken en
in de schake-
A
met PARK branden samen in
Wegrijden en rijden ›
Automatische uitschakeling
De parkeerrem wordt automatisch uitgeschakeld als een modus
van de automatische versnellingsbak wordt gekozen.
Voorwaarden voor de automatische uitschakeling
✓ Bestuurdersportier gesloten, in enkele gevallen ook de veilig-
heidsgordel van de bestuurder omgegespt
Parkeerrem voor het verlaten van de wagen deactiveren
Indien de wagen ook na het verlaten ervan moet kunnen rollen,
als volgt te werk gaan:
›
In het infotainment
›
Door een zijwaartse vingerbeweging het beeldscherm met het
menupunt Remmen selecteren.
›
Het menupunt Remmen Nu deactiveren selecteren.
›
Het rempedaal intrappen en de -modus van de automatische
versnellingsbak kiezen.
›
De wagen verlaten.
Probleemoplossing
Parkeerremstoring
brandt
Melding parkeerremstoring
›
De hulp van een specialist inroepen.
Parkeren op een steile helling
knippert
Melding parkeerplaats met een te steile helling
Elektronische parkeerrem
169
Buiten aantippen.