Adviezen voor het aanhangwagengebruik
De bandenspanning van de wagen aanpassen voor de volledige
▶
belasting.
Het in de technische wagendocumentatie (bijvoorbeeld in het
▶
goedkeuringsdocument, het CVO-document) en op het type-
plaatje vermelde maximaal toegestaan gewicht van de wagen
en het treingewicht niet overschrijden.
Bij het rijden met een aanhangwagen de actuele beladingstoe-
▶
stand van de wagen en de verdeling van de lading in de aan-
hangwagen in acht nemen. De aangekoppelde aanhangwagen
verhoogt de asbelasting achter en kan zo het laadvermogen
verlagen.
De lichtbundelhoogte van de koplampen instellen overeen-
▶
komstig de belading van de wagen. De voorzijde van de wagen
kan bij aangekoppelde aanhangwagen omhoogkomen en het
licht kan andere verkeersdeelnemers verblinden.
Een snelheid van 100 km/h niet overschrijden.
▶
De snelheid door loslaten van het gaspedaal verminderen, zo-
▶
dra een slingerbeweging van de aanhangwagen merkbaar is.
Niet proberen een slingerende combinatie weer recht te trek-
ken door te accelereren.
Als het verkeer achter de aanhangwagen niet kan worden
▶
overzien, moeten er extra buitenspiegels worden geplaatst.
Op tijd remmen. Bij een aanhangwagen met oplooprem eerst
▶
zacht en daarna stevig remmen. Zo worden remschokken door
blokkerende aanhangwagenwielen voorkomen.
Verdelen van de lading over de combinatie
Zware voorwerpen tegen verschuiven vastzetten, zo dicht mo-
▶
gelijk bij de aanhangwagenas.
Kleine en lichte voorwerpen in de bagageruimte transporteren.
▶
Wegrijden en rijden ›
Rijden met een aanhangwagen
Toegestane aanhangwagengewichten
De informatie in de technische wagendocumentatie heeft voor-
rang boven de informatie in dit instructieboekje.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
Het toegestaan aanhangwagengewicht niet overschrijden.
▶
Toegestaan aan-
hangwagengewicht,
geremd (kg)
132 kW elektromo-
1000
tor
150 kW elektromo-
1000
tor
Bij hellingen tot 12%.
a)
165
Toegestaan aan-
hangwagengewicht,
a)
ongeremd (kg)
750
750