178 Bestuurdershulpsystemen ›
C
Regeling met de actuele snelheid starten / snelheid ver-
lagen
D
Tussen snelheidsregelsysteem en snelheidsbegrenzer om-
schakelen
Tijdelijk accelereren
›
Het gaspedaal intrappen.
Na het loslaten van het gaspedaal daalt de snelheid tot de opge-
slagen waarde.
Snelheidsregeling onderbreken
Na het intrappen van het rempedaal
▶
Na een ESC-ingreep
▶
Probleemoplossing
Storing snelheidsregelsysteem
brandt
›
De hulp van een specialist inroepen.
Automatische afstandsregeling (ACC)
Werking
ACC-regeling
ACC houdt de ingestelde snelheid vast. Als uw wagen een voor-
ligger nadert, begint de ACC automatisch de ingestelde afstand
tot dit voertuig vast te houden.
Als geen snelheid is ingesteld, wordt de actuele snelheid overgenomen.
1)
Automatische afstandsregeling (ACC)
Het vasthouden van de ingestelde snelheid en de afstand wordt
hierna regeling genoemd.
WAARSCHUWING
ACC reageert niet op kruisende of tegemoetkomende objecten.
ACC is met name bedoeld voor gebruik op snelwegen.
pACC (vooruitziende snelheidsregeling)
pACC vormt een systeemuitbreiding van de ACC.
pACC past de snelheid aan overeenkomstig de herkende snel-
heidsbegrenzingen en het routeverloop, bijvoorbeeld bochten,
kruisingen of rotondes.
Het systeem maakt gebruik van de volgende bronnen om de si-
tuatie te analyseren:
Navigatiegegevens
▶
Verkeerstekenherkenning
▶
Sensoren, radarapparatuur en camera's
▶
WAARSCHUWING
pACC reageert niet op overwegen.
Snelheidsgebied
Uitrustingsafhankelijk maakt ACC een snelheidsinstelling moge-
lijk in een gebied van 20-210 km/h.
Als de regeling wordt gestart bij een snelheid lager dan 20 km/h,
wordt de snelheid automatisch verhoogd naar 20 km/h of gere-
geld op basis van de snelheid van de voorligger.
Afstandsniveau
De afstand tot de voorligger is instelbaar in vijf verschillende ni-
veaus.