uuControlelampje gaat branden/knipperenuAls het bandenspanningswaarschuwingslampje gaat branden/knipperen
Als het bandenspanningswaarschuwingslampje
gaat branden/knipperen
■
Redenen voor branden of knipperen van controlelampje
Eén van de banden heeft een zeer lage bandenspanning of het
waarschuwingssysteem voor bandenspanning is niet gekalibreerd. Als er een
probleem is met het waarschuwingssysteem voor bandenspanning, knippert het
controlelampje ongeveer één minuut en blijft het dan branden.
Als het compacte reservewiel
branden of knippert het eerst ongeveer één minuut en blijft dan branden.
■
Wat doen wanneer controlelampje brandt
Rijd voorzichtig en vermijd plotselinge bochten en hard remmen.
Parkeer het voertuig op een veilige plek. Controleer de bandenspanning en stel
de druk in op het aangegeven niveau. De voorgeschreven bandenspanning is
weergegeven op een sticker in de portierstijl aan de bestuurderszijde.
u
Kalibreer het waarschuwingssysteem voor bandenspanning nadat de
bandenspanning is aangepast.
2 Initialisatie van het waarschuwingssysteem voor
bandenspanning BLZ. 575
Als door de thuiskomer
band door een normale band. Het controlelampje gaat uit na het kalibreren van
het waarschuwingssysteem voor bandenspanning.
■
Wat te doen wanneer het controlelampje knippert, en blijft branden
Laat de band zo snel mogelijk door een dealer controleren. Als door het
compacte reservewiel
branden, vervang dan de band door een normale band.
Het controlelampje gaat uit na het kalibreren van het waarschuwingssysteem
voor bandenspanning.
* Niet beschikbaar op alle modellen
722
*
is aangebracht, dan gaat het controlelampje
*
het controlelampje is gaan branden, vervang dan de
*
het controlelampje is gaan knipperen en vervolgens
1
Als het bandenspanningswaarschuwingslampje gaat branden/knipperen
ATTENTIE
Door te rijden met een zeer lage bandenspanning kan de
band oververhit raken. Een oververhitte band kan defect
raken. Pomp de banden altijd op tot het vereiste niveau.