uuControlelampjesu
Controlelampje
Naam
Controlelampje
laadsysteem
Waarschuwings-
lampje
veiligheidsgordel
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
102
Aan/Knipperend
Gaat branden wanneer u de
●
contactschakelaar in de stand AAN
zet en gaat uit wanneer de motor start.
Gaat branden wanneer de accu niet
●
wordt opgeladen.
●
Gaat branden als u de veiligheidsgordel niet
draagt wanneer u de contactschakelaar in
(
w
de stand AAN
*1
zet.
●
Draagt de voorpassagier de veiligheidsgordel
niet, dan gaat het controlelampje een paar
seconden later branden.
Knippert tijdens het rijden als u en/of de
●
voorpassagier de veiligheidsgordel niet
draagt. Er klinkt een zoemer en het
controlelampje knippert met regelmatige
intervallen.
Uitleg
Gaat branden tijdens het rijden - Schakel
●
(
w
*1
het automatische verwarmingssysteem
klimaatregelsysteem
*
en de
achterruitverwarming uit om het
stroomverbruik te beperken.
Controlelampje laadsysteem brandt
2
BLZ. 717
●
De zoemer stopt en het controlelampje gaat uit
wanneer u en de voorpassagier de
veiligheidsgordels vastgespen.
●
Blijft branden nadat u en/of de
voorpassagier de veiligheidsgordel(s)
vastklikt - Er kan zich een detectiefout in de
sensor hebben voorgedaan. Laat het voertuig
door een dealer controleren.
Waarschuwingslampje
2
veiligheidsgordel
Bericht
*
/
BLZ. 47