uuTankenuAanwijzingen voor tanken
Aanwijzingen voor tanken
Uw brandstoftank is niet uitgerust met een brandstofvuldop. U kunt het dieselvulpistool direct
in de brandstofvulpijp steken. De tank sluit zich weer vanzelf wanneer u het vulpistool eruit
trekt.
Druk op
Drukken
612
1. Breng uw voertuig tot stilstand met de
linkerachterzijde langs de brandstofpomp.
2. Schakel de motor uit.
3. Druk op het gebied aangeduid met de pijl om de
brandstoftankklep te ontgrendelen. U hoort een
klikgeluid.
u
Het bestuurdersportier moet ontgrendeld zijn.
2 Portieren van binnenuit
vergrendelen/ontgrendelen BLZ. 178
1Aanwijzingen voor tanken
WAARSCHUWING
3
Brandstof is bijzonder brandbaar en explosief. U
kunt brandwonden oplopen of ernstig gewond
raken als u met brandstof omgaat.
•
Schakel de motor uit en voorkom warmte,
vonken en open vuur in de directe nabijheid.
•
Werk uitsluitend in de buitenlucht met
brandstof.
•
Veeg gemorste brandstof meteen op.
De brandstofvulopening is zodanig ontworpen dat alleen
vulpistolen van tankstations worden geaccepteerd voor het
tanken. Gebruik van slangen met een kleinere diameter
(zoals bijvoorbeeld gebruikt voor het overhevelen van
brandstof voor andere toepassingen) of andere
hulpmiddelen die niet van tankstations afkomstig zijn, kan
het gebied in en rondom de vulopening beschadigen.
Gebruik de vergrendellip of de hoofdportierslotschakelaar
om de brandstoftankklep te openen.
De portieren en de brandstoftankklep van de auto worden
automatisch vergrendeld indien de ontgrendelfunctie van de
afstandsbediening wordt gebruikt. Deze functie kan worden
gedeactiveerd door het bestuurdersportier kort te openen en
weer te sluiten.
De brandstoftankklep en het vergrendelingsmechanisme
kunnen permanent beschadigd raken indien de klep
geforceerd gesloten wordt terwijl het bestuurdersportier
vergrendeld is.