uuTijdens het rijdenuRoad Departure Mitigation-systeem
■
Omstandigheden en beperkingen van het Road Departure
Mitigation-systeem
In bepaalde situaties kan het systeem de rijstrookmarkeringen en de positie van uw voertuig
niet op de juiste wijze detecteren. Onderstaand vindt u enkele voorbeelden van deze
omstandigheden.
■
Omgevingsomstandigheden
•
Rijden bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, enz.).
•
Plotselinge veranderingen tussen licht en donker zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel.
•
Er is weinig contrast tussen de rijstrookmarkeringen en de rijbaan.
•
Wanneer de zon laag staat (bijvoorbeeld bij zonsopgang of schemering).
•
Er is sprake van een sterke lichtweerkaatsing vanaf het wegdek.
•
Rijden in de schaduw van bomen, gebouwen, enz.
•
Wanneer schaduwen van objecten langs de weg parallel lopen aan de rijstrookmarkeringen.
•
Obstakels op de weg of objecten langs de weg kunnen onterecht worden gezien als
rijstrookmarkeringen.
•
Lichtweerkaatsingen aan de binnenzijde van de voorruit.
•
Rijden in het donker of in donkere gebieden zoals tunnels.
552
*