uuDe schakelaars rondom het stuurwiel bedienenuRuitenwissers en ruitensproeiers
■
Achterruitwisser/-sproeier
INT: Interval
ON: Continu wissen
OFF
Sproeier
■
Werking tijdens achteruitrijden
Wanneer u de transmissie naar de stand
werkt de achterruitwisser automatisch als volgt, zelfs als de schakelaar ervan op uit staat.
Werking voorruitwisser
Interval
Langzaam wissen
Snel wissen
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in
plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
212
*
De achterruitwisser en -sproeier kunnen worden
gebruikt wanneer de contactschakelaar in de stand
(
w
AAN
*1
staat.
■
Wisserschakelaar (OFF, INT, ON)
Wijzig de instelling van de wisserschakelaar aan de
hand van de hoeveelheid regen.
■
Sproeier (
)
Sproeit op de achterruit wanneer u de schakelaar
naar deze stand draait.
Houd de schakelaar vast om de achterruitwisser te
activeren en de sproeier te laten sproeien. Wanneer
u de schakelaar loslaat, stopt het sproeien en keert
de achterruitwisser na een paar wisslagen terug
naar de gekozen schakelaarstand.
(
R
schakelt terwijl de voorruitwissers geactiveerd zijn,
Werking achterruitwisser
Interval
Continu