■
Schakelen tussen de recirculatie-/frisse-luchtmodus
Modellen zonder frisse-luchtknop
Druk op de knop
(recirculatie) en wijzig de modus afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
Recirculatiemodus (controlelampje aan): recirculeert de lucht in het voertuig door het systeem.
Frisse-luchtmodus (controlelampje uit): behoudt de buitenventilatie. Houd het systeem in de
frisse-luchtmodus in normale omstandigheden.
Modellen met frisse-luchtknop
Druk op de knop
(recirculatie) of
selecteren, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
Recirculatiemodus (controlelampje aan): recirculeert de lucht in het voertuig door het
systeem.
Frisse-luchtmodus (controlelampje aan): behoudt de buitenventilatie. Houd het systeem
in de frisse-luchtmodus in normale omstandigheden.
(frisse lucht) om een andere modus te
WORDT VERVOLGD
uuKlimaatregelsysteem
*
uAutomatische klimaatregeling gebruiken
255