Wanneer het LKAS wordt
uitgeschakeld, veranderen de
rijstrookmarkeringen op de interface
voor bestuurdersinformatie in
contourlijnen en klinkt de zoemer
(indien ingeschakeld).
■
Het LKAS wordt automatisch uitgeschakeld wanneer:
•
Het systeem geen rijstrookmarkeringen detecteert.
•
Het stuurwiel snel wordt gedraaid.
•
U het voertuig niet stuurt.
•
Door een scherpe bocht wordt gereden.
•
Met een snelheid van meer dan ongeveer 185 km/h wordt gereden.
Zodra deze toestanden zijn opgeheven, wordt het LKAS automatisch weer ingeschakeld.
■
Het systeem wordt uitgeschakeld als u:
•
De ruitenwissers continu laat werken.
u
Wanneer de ruitenwissers uitgeschakeld
worden, schakelt het LKAS weer in.
Modellen met ruitenwissers met automatisch wisinterval
•
De wisserschakelaar in de stand AUTO zet en de
ruitenwissers continu werken.
u
Het LKAS wordt hervat wanneer de
ruitenwissers stoppen of met tussenpozen
werken.
Alle modellen
•
Verlaag de voertuigsnelheid tot 64 km/h of lager.
u
Wanneer de voertuigsnelheid wordt verhoogd
tot ten minste 72 km/h, wordt het LKAS weer
ingeschakeld.
•
Trap het rempedaal in.
u
Zodra u het rempedaal loslaat, wordt het
LKAS weer ingeschakeld en begint het weer
rijstrookmarkeringen te detecteren.
WORDT VERVOLGD
uuTijdens het rijdenuLane Keeping Assist-systeem (LKAS)
*
565