Controlelampje
Naam
Controlelampje
lage
bandenspanning/
waarschuwings-
systeem
bandenspanning
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
Aan/Knipperend
Gaat enkele seconden branden wanneer
●
u de contactschakelaar in de stand AAN
(
w
*1
zet en dooft vervolgens.
Kan kort branden als de contactschakelaar in
●
(
w
de stand AAN
*1
is gezet en het voertuig
niet binnen 45 seconden gaat rijden, om aan
te geven dat de kalibratie is nog niet voltooid.
●
Gaat aan en blijft aan wanneer:
-
De bandenspanning van één of meer
banden zeer laag is.
-
Het systeem is niet geïnitialiseerd.
●
Knippert ongeveer één minuut en blijft
branden als er een probleem is met het
waarschuwingssysteem voor
bandenspanning, of wanneer een
compact reservewiel
*
tijdelijk wordt
gemonteerd.
Gaat branden als het waarschuwingssysteem
●
voor bandenspanning tijdelijk wordt
gedeactiveerd nadat de accu is losgekoppeld
en opnieuw is aangesloten.
Uitleg
Gaat branden tijdens het rijden - Stop op
●
een veilige plek, controleer de
bandenspanning en pomp de band(en) op
indien nodig.
Blijft branden tot de banden de
●
aanbevolen bandenspanning hebben - Het
systeem moet worden ingeschakeld.
Initialisatie van het
2
waarschuwingssysteem voor
bandenspanning
BLZ. 575
●
Knippert en blijft branden - Laat uw
voertuig door een dealer controleren. Als het
voertuig is uitgerust met een thuiskomer, dient
u uw normale band zo snel mogelijk te laten
repareren of vervangen en weer op uw
voertuig te monteren.
Rijd een korte afstand met een snelheid van
●
meer dan 20 km/h. Het controlelampje zou uit
moeten gaan. Als het lampje niet uit gaat, laat
u het voertuig door een dealer controleren.
uuControlelampjesu
Bericht
WORDT VERVOLGD
107