Advertenties
uuTijdens het rijdenuDe motor starten
466
Alle modellen
3. Zet de contactschakelaar in de stand START
zonder het gaspedaal in te trappen.
Modellen met automatische transmissie
u
Als het controlelampje van de gloeibougies
gaat branden, moet u het rempedaal
ingedrukt houden en wachten tot het
controlelampje uit gaat. De motor start
automatisch.
Modellen met handgeschakelde transmissie
u
Als het controlelampje van de gloeibougies
gaat branden, houd het koppelingspedaal
volledig ingedrukt en wacht tot het
controlelampje uit gaat. De motor start
automatisch.
1De motor starten
(
e
Houd de contactsleutel niet langer dan 10 seconden in de
(
e
stand START
.
•
Als de motor niet meteen start, wacht dan ten minste 30
seconden voordat u een nieuwe startpoging doet.
•
Als de motor start maar onmiddellijk weer afslaat, wacht
dan ten minste 30 seconden voordat u stap 3 herhaalt
terwijl u het gaspedaal licht intrapt.
Laat het gaspedaal los zodra de motor start.
Wanneer de motor niet naar behoren werkt of afslaat
vanwege onvoldoende brandstof, brengt u het voertuig naar
een veilige plek en tankt u onmiddellijk 10 liter of meer bij.
Wanneer brandstof uit de opening stroomt, dringt er lucht in
het brandstofsysteem binnen. Dit kan leiden tot het traag
starten van de motor.
Als de motor niet direct start, probeert u het nog een aantal
keer. Als de motor nog steeds niet start, neem dan contact
op met een dealer.
Wanneer de omgevingstemperatuur extreem laag is, kan bij
het starten van de motor het maximummotorvermogen
beperkt zijn. Zo kan de brandstof voor een normale werking
van de motor stromen.
Voor de juiste smering mag de motor niet boven versneld
stationair toerental draaien totdat het controlelampje voor
lage oliedruk uit gaat. Zorg dat u niet te veel gas geeft of de
motor te snel laat draaien voordat deze op normale
bedrijfstemperatuur is.
Advertenties
