Advertenties
Klimaatregelsysteem
Automatische klimaatregeling gebruiken
Het automatische klimaatregelsysteem regelt de binnentemperatuur die u selecteert. Het
systeem selecteert tevens de juiste mix verwarmde of gekoelde lucht, waardoor de
binnentemperatuur zo snel mogelijk naar wens wordt verhoogd of verlaagd.
Modellen met audiosysteem met kleurenscherm
Knop AUTO
*1
Draaiknop
temperatuur-
*1
regeling
(Recirculatie)-knop
Ventilatieroosters
dashboard
*1: Modellen met het stuur links afgebeeld. Voor de modellen met het stuur rechts
bevinden deze knoppen zich op de symmetrisch tegengestelde positie van het model met
het stuur links.
Gebruik het systeem bij een draaiende motor.
1. Druk op de knop AUTO.
2. Stel de binnentemperatuur af met behulp van de draaiknop temperatuurregeling.
3. Druk op de knop
* Niet beschikbaar op alle modellen
252
*
*1
Ventilatieroosters
Ventilatieroosters
dashboard en
vloer
vloer
(AAN/UIT) om te annuleren.
1Automatische klimaatregeling gebruiken
Als er op toetsen/pictogrammen
gebruik van het klimaatregelsysteem in de stand Auto, dan
heeft de functie van de toets/het pictogram
gedrukt prioriteit.
(AAN/UIT)-
Het controlelampje AUTO gaat uit, maar functies die niet zijn
knop
*1
gekoppeld aan de toets/het pictogram
Ventilatie-
worden automatisch geregeld.
regelknop
*1
Tijdens stilstand met het stop-/startsysteem wordt de
airconditioning opgeschort en blijft enkel de aanjager actief.
Als u niet wilt dat de airconditioning wordt opgeschort, drukt
u op de knop OFF van de stop-/startfunctie om de stop-/
Knop A/C
startfunctie uit te schakelen.
(airconditioning)
*1
Om te voorkomen dat koude lucht van buiten het interieur in
wordt geblazen, kan het zijn dat de ventilator niet
onmiddellijk wordt geactiveerd nadat de knop AUTO is
ingedrukt.
Ventilatieroosters
Indien het binnen heel warm is, kunt u het sneller laten
vloer en
afkoelen door de ruiten gedeeltelijk te openen, het systeem
ontwaseming
op Auto te zetten en een lage temperatuur in te stellen.
Verander van frisse-luchtmodus naar recirculatiemodus tot
de temperatuur gedaald is.
Wanneer de temperatuur wordt ingesteld op de onder- of
bovengrens, wordt Lo of Hi weergegeven.
*
wordt gedrukt tijdens
*
waarop is
*
waarop is gedrukt,
Advertenties
