■
CMBS-omstandigheden en -beperkingen
Het systeem wordt mogelijk automatisch uitgeschakeld en het CMBS-controlelampje gaat
branden onder bepaalde omstandigheden. Onderstaand vindt u enkele voorbeelden van deze
omstandigheden. Andere omstandigheden kunnen bepaalde functies van het CMBS
verminderen.
*
2 Voorsensorcamera
BLZ. 516
■
Omgevingsomstandigheden
•
Rijden bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, enz.).
•
Plotselinge veranderingen tussen licht en donker zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel.
•
Er is weinig contrast tussen objecten en de achtergrond.
•
Wanneer de zon laag staat (bijvoorbeeld bij zonsopgang of schemering).
•
Er sprake is van een sterke lichtweerkaatsing vanaf het wegdek.
•
Rijden in de schaduw van bomen, gebouwen, enz.
•
Obstakels op de weg of objecten langs de weg kunnen ten onrechte worden gezien als
voertuigen en voetgangers.
•
Lichtweerkaatsingen aan de binnenzijde van de voorruit.
■
Staat van het wegdek
•
Rijden op een besneeuwd of nat wegdek (rijstrookmarkeringen niet zichtbaar,
voertuigsporen, reflectie van lichten, opspattend water, hoog contrast).
•
Rijden op bochtige, slingerende of golvende wegen.
* Niet beschikbaar op alle modellen
uuRemmenuBotsingsbeperkingssysteem (CMBS)
1CMBS-omstandigheden en -beperkingen
Als de radarsensor moet worden hersteld of verwijderd of als
de radarsensorafdekking flink is beschadigd, schakelt u het
systeem uit door op de CMBS-uitschakelknop te drukken en
neemt u uw voertuig mee naar een dealer.
WORDT VERVOLGD
*
593