uuControlelampjesu
Controlelampje
Naam
Controlelampje
elektrisch stuur-
bekrachtigings-
systeem (EPS)
Controlelampje
adaptief
schokdemper-
systeem
*
Controlelampje
gloeibougies
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
106
Aan/Knipperend
Gaat branden wanneer u de
●
contactschakelaar in de stand AAN
zet en gaat uit wanneer de motor start.
Gaat branden als er een probleem is met
●
het EPS-systeem.
●
Gaat branden wanneer de Dynamische
modus is ingeschakeld.
●
Gaat enkele seconden branden wanneer
u de contactschakelaar in de stand AAN
(
w
*1
zet en dooft vervolgens.
Modellen zonder sleutelloos toegangssysteem
Gaat enige tijd branden wanneer u de
●
contactschakelaar in de stand AAN
extreem lage motorkoelvloeistoftemperatuur en
gaat vervolgens uit.
Modellen met sleutelloos toegangssysteem
Gaat branden als de motor koud is als u
●
op de knop ENGINE START/STOP drukt.
Blijft constant branden of gaat helemaal
●
(
w
*1
niet branden - Laat uw voertuig door een
dealer controleren.
Als het controlelampje van het
2
elektrisch
stuurbekrachtigingssysteem (EPS)
gaat branden
Adaptief schokdempersysteem
2
BLZ. 500
●
Blijft branden - De motor is koud. De motor
kan worden gestart als het controlelampje uit
gaat.
2 De motor starten BLZ. 465, 469
●
Als u nog steeds problemen hebt om de motor
te starten, laat uw voertuig dan controleren
(
w
*1
zet bij
door een dealer.
De motor start automatisch als het
●
controlelampje uit gaat.
2 De motor starten BLZ. 465, 469
Uitleg
BLZ. 721
*
Bericht