■
Sequentiële schakelmodus
Gebruik de schakelflippers om te schakelen tussen de 1e en 9e versnelling zonder uw handen
van het stuurwiel te nemen. De transmissie schakelt over naar de sequentiële modus.
■
Wanneer de transmissie in de stand
Het voertuig gaat kort over naar de sequentiële schakelmodus en het controlelampje
sequentiële schakelmodus gaat branden.
Wanneer het voertuig naar de sequentiële modus gaat met de schakelflipper
versnelling beschikbaar is, selecteert de transmissie correct voor enkel of dubbel schakelen.
Zodra u met constante snelheid begint te rijden, wordt de sequentiële schakelmodus automatisch
uitgeschakeld en gaat het controlelampje van de sequentiële versnellingsselectie uit.
(
+
Houd de schakelflipper
twee seconden vast om naar normaal rijden terug te keren.
D/S
Wanneer de knop
wordt ingedrukt, gaat de transmissie terug van de sequentiële modus
S
(
naar normaal rijden in de stand
■
Wanneer de transmissie in de stand
Het voertuig gaat over naar de sequentiële modus en het controlelampje M (sequentiële
modus) en het controlelampje van de sequentiële versnellingsselectie gaan branden.
Als de voertuigsnelheid toeneemt en het motortoerental in de rode zone van de toerenteller
terechtkomt, schakelt de transmissie automatisch op naar de volgende versnelling.
U kunt deze modus annuleren door de schakelflipper
Wanneer de sequentiële modus wordt geannuleerd, gaan het controlelampje van de
sequentiële modus en het controlelampje van de sequentiële versnellingsselectie uit.
Wanneer de knop
D/S
wordt ingedrukt, gaat de transmissie terug van de sequentiële modus
D
(
naar normaal rijden in de stand
(
D
staat:
.
(
S
staat:
(
+
twee seconden vast te houden.
.
(
-
en de lagere
WORDT VERVOLGD
uuTijdens het rijdenuSchakelen
481