■
Als de motor eenmaal draait
Als de motor van uw voertuig eenmaal draait, verwijder de hulpstartkabels dan in de
onderstaande volgorde.
1. Ontkoppel de hulpstartkabel van de geaarde motorophangbout van uw voertuig.
2. Ontkoppel het andere uiteinde van de hulpstartkabel van de - pool van de hulpaccu.
3. Ontkoppel de hulpstartkabel van de + pool van de accu van uw voertuig.
4. Ontkoppel het andere uiteinde van de hulpstartkabel van de + pool van de hulpaccu.
Laat uw voertuig controleren door de dichtstbijzijnde garage of een dealer.
*1: Modellen met het sleutelloze toegangssysteem hebben een knop ENGINE START/STOP in
plaats van een contactschakelaar.
* Niet beschikbaar op alle modellen
uuStarten met
1Starten met startkabels
De controlelampjes voor Adaptive Cruise Control (ACC)
Road Departure Mitigation
*
, voertuigstabiliteitsregeling
(VSA), voertuigstabiliteitsregeling (VSA) OFF, Adaptive Cruise
Control (ACC) met Low Speed Follow
bandenspanning/waarschuwingssysteem voor
bandenspanning en het botsingsbeperkingssysteem (CMBS)
kunnen gaan branden wanneer u de contactschakelaar in de
(
w
stand AAN
*1
zet na het opnieuw aansluiten van een accu.
Rijd een korte afstand met een snelheid van meer dan 20 km/h .
Alle genoemde controlelampjes zouden uit moeten gaan. Als
het lampje niet uit gaat, laat u het voertuig door een dealer
controleren.
startkabelsu
*
,
*
, lage
*
713