KINDERZITJES:
bevestiging met autogordel (9/24)
6-zits uitvoering met dubbele cabine (2 voorstoelen en 4 achterstoelen)
³
Controleer de staat van de airbag
voordat u een passagier laat plaatsnemen of
een kinderzitje installeert.
²
Plaats verboden voor het installeren
van een kinderzitje.
1.52
¬
Stoel waar een als "Universeel"
goedgekeurd kinderzitje mag worden beves-
tigd met de autogordel.
B2: stoel waarop een kinderzitje met "B2"
goedkeuring mag worden bevestigd via de
autogordel.
B3: stoel waarop een kinderzitje met "B3"
goedkeuring mag worden bevestigd via de
autogordel.
Door het gebruik van een niet
bij de auto passend kinder-
veiligheidssysteem wordt de
baby of het kind niet correct be-
schermd. Het kan ernstig of zelfs dode-
lijk letsel oplopen.
L E V E N S G E VA A R
GEVAAR
VAN
ERNSTIG
LETSEL: voordat u een kin-
derzitje op de passagiersstoel
voorin plaatst, moet u controleren of de
passagiersairbag voor is uitgeschakeld.
➥ 1.80.
O F