POMPSET VOOR DE BANDEN
2
4
3
Als de band correct is opgepompt, verwij-
dert u de set: schroef de pompdop 3 voor-
zichtig los zodat er geen spatten ontstaan
en schroef de oppompslang 4 op de ope-
ning van de fles zodat er geen product kan
wegstromen 2.
Laat geen voorwerpen bij de
voeten van de bestuurder
liggen. In geval van plotseling
remmen zouden deze voorwer-
pen onder de pedalen terecht kunnen
komen, waardoor de bestuurder deze
niet meer goed zou kunnen bedienen.
5.8
(4/6)
Plak het etiket met de rijvoorschriften op een
voor de bestuurder zichtbare plaats op het
dashboard;
Berg de set onder de bestuurdersstoel op.
Rijd direct weg om het product gelijkmatig in
de band te verdelen, en stop na 10 kilome-
ter of 10 minuten rijden, om de spanning te
controleren. Om dit te doen, plaatst u een
adapter 3 op het bandventiel. Corrigeer de
spanning als deze lager is dan de voorge-
schreven waarde. ➥ 4.11Of neem contact
op met een merkdealer: de band kan niet
worden gerepareerd.
Let op, als een ventieldopje
ontbreekt of niet goed vast-
gezet is, kan er lucht uit de
banden ontsnappen en de ban-
denspanning afnemen.
Zorg altijd dat de ventieldopjes gelijk
zijn aan de originele en dat ze helemaal
vastgezet zijn.
Voorzorgsmaatregelen bij het
gebruik van de set
De set mag niet langer dan 15 minuten aan-
eengesloten gebruikt worden;
De fles moet na het eerste gebruik worden
vervangen, ook al zit er nog vloeistof in.
Tijdens het rijden kan er vibratie zijn door de
aanwezigheid van het product in de band.
Na een reparatie met behulp
van de set, mag u niet meer
dan 200 km rijden. Verminder
bovendien uw snelheid en rijd
in elk geval niet sneller dan 80 km/u. Het
etiket dat u op een zichtbare plaats op
het dashboard moet plakken, herinnert
u hieraan.
Afhankelijk van het land of de plaatse-
lijke voorschriften, moet een met de
pompset gerepareerde band worden
vervangen.