VOORSTOELEN
(2/3)
B
6
11
10
Afstellen van de verende stoel B
Naar voren of naar achteren schuiven
Trek de handgreep 11 omhoog om te ont-
grendelen. In de gewenste stand laat u hem
los. Controleer of de stoel vergrendeld is.
Rugleuning verstellen
Druk de hendel 7 omlaag of trek eraan.
Afstellen van de hoogte van de zitting
Beweeg de hendel 9 om de achterkant van
de zitkussen of de hendel 10 om de voor-
kant van de zitkussen in te stellen.
7
9
8
12
Afstellen van de lendensteun
Schakel de lamp 12 in voor meer stevigheid.
Druk de schakelaar 13 om de ondersteuning
te verzwakken.
Om de demping van de stoel in te stellen
Draai de kartelknop 6 naar rechts om de
demping te versterken of naar links om deze
te verzwakken.
Stoelverwarming
(afhankelijk van de auto)
Met contact aan drukt u op schakelaar 8.
De ingebouwde indicator verschijnt.
Het systeem regelt met een thermostaat
de verwarming en schakelt hem uit, indien
nodig.
13
1.21