VERLICHTING EN SIGNALEN
3
Functie "uitschakelvertraging"
Met deze functie blijven de dimlichten korte
tijd branden (voor het verlichten van het
openen een hek, enz.).
Met de motor en de verlichting uitgescha-
keld en de ring 3 in de stand AUTO, trekt u
de hendel 1 naar u toe: de dimlichten gaan
ongeveer 1 minuut branden. Om deze tijd te
verlengen, kunt u de schakelaar tot vier keer
naar u toe trekken (de maximale tijd is onge-
veer 4 minuten).
(2/5)
Om de verlichting uit te schakelen voordat
1
deze automatisch uitschakelt, verdraait u de
ring 3 (de stand is onbelangrijk) en draait u
deze daarna terug in de stand AUTO.
Als u langs de kant van de weg
parkeert en de achterklep ge-
opend is, kunnen de achter-
lichten hierdoor aan het zicht
onttrokken worden. Waarschuw bijge-
volg andere weggebruikers voor de aan-
wezigheid van uw voertuig door middel
van de gevarendriehoek of op de manier
die is voorgeschreven in het land waar u
zich bevindt.
1.113