HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Afhankelijk van de auto, kunnen deze be-
staan uit:
– het antiblokkeersysteem van de
wielen (ABS);
– elektronisch stabiliteitsprogramma
(ESC) met onderstuurcontrole, hulp
bij zijwind en tractiecontrole;
– hulp bij het rijden met aanhangwagen;
– de noodstopbekrachtiging;
– van de tractiecontrole;
– hulp bij het wegrijden op een helling.
Op de volgende bladzijden zijn andere rijhul-
psystemen beschreven.
2.24
Antiblokkeersysteem van de
wielen (ABS)
Bij krachtig remmen, voorkomt het ABS
het blokkeren van de wielen, waardoor de
remweg beheersbaar en de auto bestuur-
baar blijft.
In deze situatie zijn uitwijkmanoeuvres tij-
dens het remmen mogelijk. Bovendien ver-
betert dit systeem de remweg, met name op
een weg met weinig grip (natte weg, enz.).
U voelt het in werking komen van het sys-
teem aan het trillen van het rempedaal. Het
ABS kan echter nooit de natuurkundige ei-
genschappen van de grip tussen de banden
en het wegdek verbeteren. Blijf altijd de ge-
bruikelijke voorzichtigheid in acht houden
(afstand bewaren enz.).
Bij krachtig remmen kunt u het rempe-
daal diep ingedrukt houden. Het is niet
nodig "pompend" te remmen. Het ABS
regelt de kracht in het remsysteem.
(1/6)
Storingen
x
©
–
en
instrumentenpaneel, samen met de be-
richten "Controleer ABS" en "Controleer
ESC": dit bevestigt dat het ABS, ESC en
het noodremsysteem zijn uitgeschakeld.
Het remmen blijft mogelijk;
x
D
–
,
verschijnen op het instrumentenpaneel,
samen met het bericht "Storing remsys-
teem": dit wijst op een storing in het
remsysteem.
Raadpleeg in beide gevallen een merkdea-
ler.
Het remsysteem werkt nog ge-
deeltelijk. Maar het is gevaar-
lijk om krachtig te remmen. U
moet direct stoppen zonder het
overige verkeer in gevaar te brengen.
Roep de hulp in van een merkdealer.
verschijnen op het
©
®
,
en