ROBOTVERSNELLINGSBAK
Wegrijden
Wegrijden vooruit (vanuit neutraal)
De display geeft de versnellingen N en D
weer.
– Rempedaal ingedrukt. Druk de selectie-
hendel naar voren en laat los.
– Laat het rempedaal los en geef een
beetje gas om weg te rijden.
Net als bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak, blijft een auto met
een robotversnellingsbak op een helling niet stilstaan als de handrem niet is vast-
gezet of het rempedaal niet is ingedrukt.
2.70
(2/5)
Achteruitversnelling (stilstaande auto)
– Rempedaal ingedrukt. Duw de selectie-
hendel naar rechts en daarna naar achte-
ren, zoals onderaan afgebeeld, en laat de
hendel weer los. De achteruitversnelling
is ingeschakeld en de letter R verschijnt
op het display.
– Haal uw voet van het rempedaal:
– Het stationair toerental is voldoende
voor parkeermanoeuvres;
– geef rustig gas om achteruit te rijden.
Vanuit de achteruitversnelling kunt u het
vooruit rijden inschakelen door de hendel
naar voren te duwen als de auto stil staat.
N.B.: Als de auto stilstaat, moet u het rempe-
daal indrukken om in of uit een versnelling te
kunnen schakelen. In het tegenovergestelde
geval licht het waarschuwingslampje 4 op.
Schakelpatroon
(raadpleeg de tekening op de voet van de
hendel)
+
: om naar een hogere versnelling te
gaan
–
: om naar een lagere versnelling te
gaan
N
: neutraalstand
R
: achteruitrijden
●
: de enige stabiele hendelstand
D/M : om van de automatische werking
naar handbediend te gaan en vice
versa.