ACTIEVE NOODSTOP
1
Met behulp van de informatie van de radar 1
bepaalt het systeem de afstand tot de voor-
ligger.
Het systeem informeert de bestuurder als
er een risico bestaat op een frontale botsing
om de juiste noodmanoeuvres mogelijk te
maken (het rempedaal indrukken en/of het
stuurwiel draaien).
2.30
(1/6)
Afhankelijk van het reactievermogen van de
bestuurder kan het systeem helpen bij het
remmen om schade te beperken of een bot-
sing te voorkomen.
Plaats van de radar 1
Zorg ervoor dat het radargebied niet wordt
geblokkeerd (door vuil, modder, sneeuw of
een slecht gemonteerde nummerplaat voor)
of wordt geraakt, gewijzigd (bijv. met auto-
lak) of afgedekt door accessoires aan de
voorzijde van het voertuig (bijv. op de grille
of het logo, enz.).
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden. Deze func-
tie kan in geen geval de waak-
zaamheid en verantwoordelijk-
heid van de bestuurder vervangen;
deze moet altijd de controle over zijn
auto behouden.