BRANDSTOFTANK
(1/3)
Bruikbare capaciteit van de tank: tussen
ongeveer 105 liter en 80 liter (afhankelijk
van de auto).
Vullen van de tank
Houd u aan de volgende instructies:
– wacht met contact uit, minstens 20 se-
conden voordat u begint met tanken;
– open het bestuurdersportier om het
klepje 1 te kunnen openen;
– ontgrendel, afhankelijk van de auto, de
dop 2 met behulp van de sleutel, ver-
wijder de dop en bevestig deze aan de
flap 1;
– tank bij een gedeeltelijk gevulde tank, mi-
nimaal 10 liter brandstof.
Als deze instructies niet worden opgevolgd,
klopt het bandstofpeil op het instrumenten-
paneel wellicht niet.
Controleer na het tanken of de dop en
het klepje goed zijn gesloten.
1.120
1
2
Tanken van brandstof
Met het contact uit kunt u na het eerste au-
tomatische afslaan aan het eind van het
tanken nog maximaal twee keer verder bij-
vullen, zodat er nog ruimte voor het uitzetten
van de brandstof overblijft.
Brandstofsoorten die voldoen aan de
Europese normen die ook gelden voor
de motoren van auto's die in Europa zijn
verkocht. ➥ 6.6.
Soort brandstof
Gebruik uitsluitend dieselbrandstof. Let
er op dat bij het tanken geen water bij de
brandstof komt. Het afsluitsysteem van de
tankdop en de omgeving ervan moeten stof-
vrij zijn.
Gebruik een hoogwaardige brandstof die
voldoet aan de specifieke of gelijkwaardige
wetgeving die van kracht is in het land waar
het voertuig op de markt wordt gebracht. Dit
moet overeenstemmen met de specificaties
op de sticker op het kapje 1 ➥ 6.6.
Als u brandstof wilt tanken,
zet u de motor uit (dus niet
stand-by bij voertuigen met de
Stop and Start-functie): u moet
het contact UIT zetten. ➥ 2.3, ➥ 2.4.
Risico van brand.