SLEUTEL, FM-AFSTANDSBEDIENING: gebruik
C
1
2
3
Afstandsbedieningen C en D worden ge-
bruikt om de portieren en de bagageruimte
te vergrendelen/ontgrendelen.
Deze worden gevoed door een batterij die
kan worden vervangen. ➥ 5.35.
Portieren vergrendelen
Met een druk op knop 1 kunnen de portieren
vergrendeld worden.
Met een korte druk op knop 3 vergrendelt/
ontgrendelt u de achterklep en, afhankelijk
van de auto, de schuifdeuren.
1.6
(2/2)
D
1
2
3
De alarmknipperlichten en zijknipperlichten
knipperen twee keer om het vergrendelen
te bevestigen.
Opmerking: als een portier (of de achter-
klep) open of niet goed gesloten is, wordt
deze snel vergrendeld en weer ontgren-
deld zonder dat de alarmknipperlichten en
zijknipperlichten knipperen, afhankelijk van
de auto.
Ontgrendelen van de portieren
Met een korte druk op de knop 2 ontgren-
delt u de voorportieren of, afhankelijk van de
auto, alle portieren.
Afhankelijk van de auto, vergrendelt u met
twee korte achtereenvolgende drukken op
knop 2 alle portieren.
Met een korte druk op knop 3 ontgrendelt/
vergrendelt u de achterklep en, afhankelijk
van de auto, de schuifdeuren. Het ontgren-
delen wordt bevestigd doordat de alarm-
knipperlichten en de zijknipperlichten één
keer knipperen.
Gebruik de sleutel alleen waarvoor deze
bedoeld is (en niet bijvoorbeeld als fles-
opener, enz.).