AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
1
U heeft de keus of u deze functie wilt ge-
bruiken of niet.
De werking van de
startvergrendeling
Na het starten van de auto vergrendelt het
systeem automatisch alle portieren en klep-
pen zodra de auto een snelheid van onge-
veer 7 km/u bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch
– Door te drukken op de schakelaar van de
portiervergrendeling 1;
– bij stilstaande auto, door een voorportier
te openen van in de auto.
1.12
Inschakelen/Uitschakelen van
de functie
Om dit te activeren: zet het contact aan en
houd de schakelaar 1 ongeveer vijf secon-
den ingedrukt tot u een geluidssignaal hoort.
Het controlelampje verschijnt als de portie-
ren vergrendeld zijn.
Om dit te deactiveren: houd met het con-
tact aan de schakelaar 1 ongeveer vijf se-
conden ingedrukt tot u een geluidssignaal
hoort. Het controlelampje verdwijnt.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.
storingen
Als u een storing constateert (geen auto-
matische vergrendeling en het schakelaar-
lampje 1 verschijnt niet bij het vergrendelen
van de portieren), controleer dan eerst of
alle kleppen en portieren goed gesloten zijn.
Als ze goed gesloten zijn en het probleem
aanhoudt, raadpleeg dan een merkdealer.
Controleer ook of de vergrendeling niet per
ongeluk uitgeschakeld staat.
Als dit het geval is, activeer hem dan weer na
het contact uit en weer aangezet te hebben.