Selecteren met de instelwielen
Wanneer u op de knop <S> drukt, wordt op het LCD-paneel het
volgende weergegeven:
•Automatische selectie:
•Handmatige selectie: SEL
Als u een externe Speedlite voor EOS-camera's gebruikt en het lukt u niet om
scherp te stellen met het AF-hulplicht, selecteer dan het middelste AF-punt.
AF-gebruik en maximaal diafragma van het objectief
Maximaal diafragma: f/3.2 - f/5.6
U kunt met het middelste AF-punt scherpstellen op basis van kruismetingen
(verticale en horizontale lijnen worden tegelijkertijd gedetecteerd).
De overige AF-punten zijn gevoelig over de verticale of horizontale lijn.
Maximaal diafragma: f/1.0 - f/2.8
Behalve scherpstelling op basis van kruismetingen (verticale en
horizontale lijnen worden tegelijkertijd gedetecteerd), kan het middelste
AF-punt ook zeer nauwkeurige automatische scherpstelling uitvoeren
met gevoeligheid voor verticale lijnen.* De overige AF-punten zijn
gevoelig voor óf horizontale lijnen, óf verticale lijnen.
* Met uitzondering van de objectieven EF28-80mm f/2.8-4L USM en
EF50mm f/2.5 Compact Macro.
Als u een extender (afzonderlijk verkrijgbaar) bevestigt op het objectief
en het f/getal wordt hoger dan f/5.6, dan is opname met automatische
scherpstelling niet mogelijk (behalve in [FlexiZoneAF
[u Live-modus] tijdens Live view-opnamen). Raadpleeg de
instructiehandleiding van de extender voor meer informatie.
Draai aan het instelwiel <6> om een
AF-punt links of rechts te selecteren of
het instelwiel <5> om een AF-punt
boven of onder te selecteren.
Als alle AF-punten oplichten, wordt
automatische AF-puntselectie ingeschakeld.
AF
(midden)/SEL AF (buiten midden)
S AF-punten selecterenN
(Single)] en
95