w: HDR-opnamen (High Dynamic Range)N
U kunt opnamen maken met een breed kleurtoonbereik waarbij details in
hoge lichten en schaduwen anders verloren zouden gaan. HDR-opnamen
zijn effectief bij het fotograferen van landschappen en stillevens.
Bij het maken van HDR-opnamen worden voor elke foto drie opnamen met
verschillende belichtingstijden (standaardbelichting, onderbelichting en
overbelichting) vastgelegd. Deze worden vervolgens automatisch
samengevoegd. De HDR-opname wordt vastgelegd als een JPEG-opname.
HDR-opnamen
Alleen de samengevoegde HDR-opname wordt opgeslagen. De drie opnamen die worden
gebruikt om de samengevoegde HDR-opname te produceren, worden niet opgeslagen.
U kunt RAW en RAW+JPEG niet selecteren. De HDR-modus kan niet
worden ingesteld als RAW of RAW+JPEG is ingesteld.
Indien u AEB, witbalansbracketing, ruisonderdrukking bij meerdere
opnamen of meerdere opnamen instelt, of als u bulb-opnamen of een
film maakt, kan de HDR-modus niet worden ingesteld.
De flitser wordt niet gebruikt tijdens het maken van HDR-opnamen.
Selecteer [HDR-modus].
1
Selecteer op het tabblad [z4] de
optie [HDR-modus] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm van de HDR-modus
wordt geopend.
Stel [Dyn. bereik aanpag.] in.
2
Selecteer de gewenste instelling voor
het dynamisch bereik en druk op <0>.
Wanneer u [Auto] selecteert, wordt
het dynamisch bereik automatisch
ingesteld, afhankelijk van het
algehele kleurtoonbereik.
Hoe hoger het getal, des te groter het
dynamisch bereik.
Om het maken van HDR-opnamen uit te
schakelen, selecteert u [HDR uitsch.].
155