Draadloze functies
In-/uitzoomen flitser (flitsbereik)
Sluitersynchronisatie
Als [Synchronisatie 2e gordijn] wordt ingesteld, wordt er vlak voordat de
sluiter dichtgaat geflitst. Wanneer dit wordt gecombineerd met een lange
sluitertijd, kunt u een lichtspoor maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de
koplampen van een auto 's avonds. Met de 2e-gordijnsynchronisatie
wordt er twee keer geflitst: één keer wanneer u de ontspanknop helemaal
indrukt en opnieuw vlak voor het einde van de belichting.
Als [Hogesnelheidssynchronisatie] is ingesteld, kan de flitser met alle
sluitertijden worden gebruikt. Dit is met name effectief voor portretten
waarbij gebruik wordt gemaakt van invulflitsen wanneer u voorrang wilt
geven aan het diafragma.
Het is mogelijk om via radio- of optische
transmissie draadloos (meerdere keren)
te flitsen. Zie de instructiehandleiding
van de Speedlite voor meer informatie
over draadloos flitsen.
Omdat Speedlites een flitskop hebben
die kan zoomen, kunt u het flitsbereik
instellen. Normaliter stelt u dit in op
[AUTO], zodat de camera automatisch
het flitsbereik instelt overeenkomstig de
brandpuntsafstand van het objectief.
Normaal gesproken stelt u deze optie in
op [Synchronisatie 1e gordijn] zodat er
direct na de belichting wordt geflitst.
3 De flitser instellenN
175