Correctie helderheid randen/Chromatische correctie
3
Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname donkerder eruit zien
als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens. Een andere chromatische afwijking is het
verschijnen van kleurranden rond de contouren van het onderwerpag. Deze lensafwijkingen kunnen
beide worden gecorrigeerd. De standaardinstelling is [Inschakelen] voor beide correcties.
Als [Kan niet corrig. - geen geg.] wordt weergegeven, raadpleegt u 'Correctiegegevens voor het
objectief' op pagina 133.
Lichtafval corrigeren
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan de
randen van een opname ontstaan.
De toegepaste mate van correctie is iets lager dan de maximale correctie die kan
worden ingesteld met Digital Photo Professional (meegeleverde software, pag. 390).
Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie.
Selecteer
1
[Lensafwijkingscorrectie].
Selecteer op het tabblad [z2] de
optie [Lensafwijkingscorrectie] en
druk vervolgens op <0>.
Selecteer de instelling.
2
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor het gebruikte objectief.
Selecteer [Helderheid randen] en
druk vervolgens op <0>.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Maak de opname.
3
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde helderheid van de randen.
131