wAfdrukken
De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer
verschillen. Bepaalde instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Pictogram aangesloten printer
Scherm met afdrukinstellingen
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld, worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen, bijvoorbeeld voor het afdrukken van
de datum en het bestandsnummer en voor het bijsnijden, mogelijk niet worden geselecteerd.
288
Selecteer de opname die u
1
wilt afdrukken.
Controleer of linksboven in het
LCD-scherm het pictogram <w>
wordt weergegeven.
Draai aan het instelwiel <5> om de
opname te selecteren die u wilt afdrukken.
Druk op <
2
Het scherm met afdrukinstellingen
wordt weergegeven.
Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 290).
Hiermee schakelt u het afdrukken van
datum of bestandsnummer in of uit.
Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in.
Hiermee stelt u het bijsnijden in (pag. 293).
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in.
Hiermee gaat u terug naar het scherm in stap 1.
Hiermee start u het afdrukken.
Selecteer [Papier inst.].
3
Selecteer [Papier inst.] en
druk vervolgens op <0>.
Het scherm met papierinstellingen
wordt weergegeven.
>.
0