Programmakeuzewiel
Hoofdinstelwiel
6
De handelingen in (1) zijn ook mogelijk wanneer de <R>-schakelaar
naar rechts staat (Multifunctievergrendeling, pag. 47).
Draai aan het programmakeuzewiel
terwijl u de ver-/ontgrendelknop
van het programmakeuzewiel in
het midden ingedrukt houdt.
Druk op een knop en draai aan
(1)
het instelwiel <6>.
Wanneer u op een knop zoals <f>,
<R> of <i> drukt, blijft de
desbetreffende functie gedurende de tijd die is
ingesteld op de timer (9) geselecteerd.
Tijdens deze zes seconden kunt u de gewenste
instelling maken met het instelwiel <6>.
Wanneer de functie niet meer actief is of
als u de ontspanknop half indrukt, is de
camera klaar om een opname te maken.
Gebruik dit instelwiel om het AF-gebruik,
de transportmodus, de ISO-snelheid, de
lichtmeetmethode, het AF-punt,
enzovoort te selecteren of in te stellen.
Draai alleen aan het instelwiel <6>.
(2)
Draai terwijl u in de zoeker of op het LCD-
paneel kijkt aan het instelwiel <6> om
de gewenste instelling te selecteren.
Gebruik dit instelwiel om de sluitertijd,
het diafragma, enzovoort in te stellen.
Basisbediening
45