Verschillen tussen de modi <d> en <A>
In de modus <A> worden veel functies, zoals het AF-gebruik en de
meetmethode, automatisch ingesteld om slechte opnamen te voorkomen.
U kunt slechts een beperkt aantal functies instellen. Met de modus <d>
worden alleen de sluitertijd en het diafragma automatisch ingesteld. U kunt
het AF-gebruik, de meetmethode en andere functies naar wens instellen
(pag. 342).
Programmakeuze
In de modus AE-programma kunt u naar wens de door de camera
automatisch ingestelde combinatie van sluitertijd en diafragma
(het programma) wijzigen en toch dezelfde belichting handhaven.
Dit heet programmakeuze.
Voor programmakeuze drukt u de ontspanknop half in en draait
u vervolgens aan het instelwiel <6> tot de gewenste sluitertijd
of diafragmawaarde wordt weergegeven.
Programmakeuze wordt automatisch geannuleerd nadat de opname
is gemaakt.
Programmakeuze kan niet worden gebruikt met flitser.
Wanneer de sluitertijd '30"' en het laagste f/-getal
knipperen, is er sprake van onderbelichting.
Verhoog de ISO-snelheid of gebruik de flitser.
Wanneer de sluitertijd '4000' en het hoogste f/getal
knipperen, is er sprake van overbelichting.
Verlaag de ISO-snelheid of gebruik een ND-filter
(afzonderlijk verkrijgbaar) om de hoeveelheid licht die
op de lens valt te verminderen.
d: AE-programma
143