Inhoudsopgave
Advertenties
WERKING
(11) Hendel voor variabele spoorbreedte
WAARSCHUWING
•
Stel de smalle spoorbreedte alleen in wanneer u in
krappe ruimten rijdt of graaft. In alle andere rij- of
g r a a f o m s t a n d i g h e d e n s t e l t u a l t i j d d e b r e d e
spoorbreedte in.
•
Wijzig de variabele spoorbreedte niet op hellingen. Het
gevaar bestaat dat de zijdelingse stabiliteit verandert.
•
Gebruik de variabele spoorbreedte altijd op een vlakke
ondergrond. Wanneer u de bedieningshendel van het
b l a d g e b r u i k t , m o e t u v o o r a f d e s ta n d v a n d e
keuzehendel controleren.
Gebruik deze hendel (11) om de variabele spoorbreedte in te
stellen.
1. Trek de hendel voor variabele spoorbreedte in stand (a)
om de spoorbreedte te vergroten.
2. Druk de hendel voor variabele spoorbreedte in stand (b)
om de spoorbreedte te verkleinen.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
RYA17100
RYA17110
3-15
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
