ONDERHOUD
5. Stop met draaien en controleer of de rubberschoen stevig
op het kettingwiel en de spanrol zit.
6. Pas de spanning van de rubberschoen aan.
Vo o r d e t a i l s , z i e " R U B B E R S C H O E N S PA N N I N G
CONTROLEREN EN AFSTELLEN (4-31)".
7. Controleer of de rupsbandspanning correct is en of de
rubberschoen correct in elkaar grijpt met het kettingwiel en
de spanrol. Laat vervolgens de machine op de grond
zakken.
LAAT WATER EN BEZINKSEL UIT DE BRANDSTOFTANK WEGLOPEN
BEMERKING
Gebruik nooit tricleen om de binnenkant van de tank te
spoelen. Gebruik uitsluitend schone stookolie.
Houd een sleutel klaar (sleutelmaat: 17)
Aanhaalkoppel: 9.8-12.74 Nm (1.0-1.3 kgfm)
1. Controleer de stand van de aftapplug en plaats deze in de
stand zoals getoond in de tekening hiernaast.
2. Voer deze handeling uit vooraleer de machine te bedienen.
3. Zet een opvangbak klaar om de brandstof op te vangen die
is weggelopen.
4. Open het aftapventiel (1) onder de brandstoftank aan de
rechterkant van de machine en laat het water en het
bezinksel af dat zich op de bodem heeft verzameld, samen
met de brandstof.
Zorg er hierbij voor dat er geen brandstof op uzelf
terechtkomt.
5. Wanneer er alleen nog zuivere brandstof wegstroomt, mag
u afsluiter (2) dichtdraaien.
ONDERHOUDSPROCEDURES
RYA18440
RYA18450
RYA18460
4
4-35