VEILIGHEID
HOUD DE STUURRUIMTE NETJES
•
Verwijder altijd vuil en olie van uw schoenzolen wanneer u de stuurruimte betreedt.
Als u het pedaal bedient met modder of olie onder uw schoenzolen, kan uw voet wegglijden, waardoor er zich
een ernstig ongeval kan voordoen.
•
Laat geen onderdelen of gereedschap rondslingeren in de cabine .
•
Kleef geen zuignappen op de raamvensters. De zuignappen werken als een lens en kunnen brand
veroorzaken.
•
Gebruik geen gsm's in de bestuurdersruimte bij het rijden of werken met de machine.
•
Vervoer nooit gevaarlijke zaken in de cabine, zoals brandbare voorwerpen of explosieven.
DE BESTUURDERSPLAATS VERLATEN
•
Voordat u de bestuurderszetel verlaat, moet u het werktuig
altijd volledig op de grond laten zakken, de hendel voor
veiligheidsvergrendeling in de LOCK-stand plaatsen en de
motor uitschakelen. Indien u per ongeluk de hendels zou
aanraken indien deze niet vergrendeld zijn, kan de machine
zich plots in beweging zetten en ernstige letsels of schade
veroorzaken.
•
Wanneer u de machine verlaat, moet u het werktuig altijd
v o l l ed i g op d e g r o nd l a te n z a k k e n , d e h e nd e l v oo r
veiligheidsvergrendeling in de LOCK-stand plaatsen en de
motor uitschakelen. Gebruik de sleutel om alle uitrusting te
vergrendelen. Trek altijd de sleutel uit het contactslot, neem
hem mee en bewaar hem op de daartoe bestemde plaats.
WAARSCHUWING
Wanneer u de bestuurdersstoel moet verlaten, ook al is het
m a a r e v e n , d i e n t u h e t b e d i e n i n g s p e d a a l v o o r d e
draaibeweging van de giek in de LOCK-stand te plaatsen. Als
het bedieningspedaal per ongeluk wordt ingedrukt, kan dit
tot ernstige ongevallen leiden.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN
2
2
RYA16590
RYA16600
RYA16610
2-13