ONDERHOUD
VOORFILTER BRANDSTOFTOEVOERPOMP - VERVANGEN
•
Vervang de voorfilter niet meteen na het uitschakelen van de motor, want alle onderdelen zijn dan nog
heet. Wacht tot alle onderdelen zijn afgekoeld.
•
Na het vervangen van de voorfilter sluit u de brandstofslangen stevig aan, zodat er geen brandstof kan
lekken.
•
Houd vuur en vonken uit de buurt van de voorfilter.
Oliën, filters, de koelvloeistof en de accu worden beschouwd als speciaal afval en moeten worden
verzameld en afgevoerd overeenkomstig de geldende antipollutiewetgeving.
•
Zet een bak klaar om de brandstof op te vangen.
1. Open de motorkap.
2. Haal de voorfilter (4) uit de klem (2).
3. Draai de slangklem (2) los en trek de brandstofslang (3) uit
de voorfilter (4).
4. Sluit de brandstofslangen (3) van de nieuwe voorfilter (4)
aan en zet ze vast met de klemmen (2).
5. Na het vervangen van de voorfilter, moet u het systeem
o n t l u c h t e n . Vo o r d e o n t l u c h t i n g s p r o c e d u r e , z i e
"BRANDSTOFFILTERELEMENT VERVANGEN (4-44)".
WAARSCHUWING
GEVAAR
ONDERHOUDSPROCEDURES
RYA17200
RKA21430
4
4-47